Blog

Het appartementsgebouw goed verzekerd ? - 1

Het appartementsgebouw goed verzekerd ? - 1

Tot een zorgvuldig beheer van het appartementsgebouw, hoort ook de uitbalancering van een gepaste verzekeringsportefeuille.Veelal meent men te kunnen volstaan met het afsluiten van een zogenaamde “blokpolis”.Niets is minder waar … En dan nog … vaak wordt menig verzekerde VME of eigenaar met de kleine lettertjes geconfronteerd, en komt deze in geval van schade van een kale kermis thuis na het indienen van een schadedossier bij de verzekeraar …Hoe komt dat ? Wij staan er deze week even bij stil…

1.
In deze eerste nieuwsbrief staan wij stil bij de algemene verzekeringstechniek.

Men moet zich van deze techniek bewust zijn. We stellen vast dat men bij ondertekening van een verzekeringspolis vaak die invalshoek mist bij de rechtsonderhorige syndici, eigenaren, …

Verzekeringsmaatschappijen zijn ondernemingen die, net zoals andere ondernemingen, het behalen van omzet en winst nastreven. Dit wordt vaak onderschat.


2.
Een verzekeraar contacteert men in de meeste gevallen in situaties van tegenspoed. Men heeft schade geleden en wenst vergoed te worden. Op dat ogenblik gebeurt het dat men verneemt dat precies dat schadegeval “niet gedekt” is, er slechts een gedeeltelijke tussenkomst door de verzekeraar wordt voorzien, … Dat leidt nogal eens tot teleurstellingen, zodat door de volksmond al graag wordt aangenomen dat verzekeringen afsluiten een noodzakelijk kwaad vormt, maar dat men zelden of nooit een tussenkomst mag verwachten.

Dit moet worden genuanceerd. Zoals voormeld, moet men zich vergewissen van het doel dat verzekeringsmaatschappijen zich voorop stellen.

Zij zijn bereid om tegen een zekere vergoeding (premie) een bepaald risico te dekken, eventueel onder bepaalde voorwaarden.


3.
De omvang van deze verzekeringsprestatie wordt omschreven in de verzekeringspolis, die meestal opgebouwd is uit een tweeluik van algemene en bijzondere voorwaarden. De inhoud van deze voorwaarden, is geënt op statistische berekeningen die de verzekeraar voorop heeft gesteld. Een verzekeringsovereenkomst is namelijk een kanscontract. Ofwel betaalt men jaren een premie zonder een beroep te moeten doen op een tussenkomst van de verzekeraar, en komt deze laatste als “winnaar” uit deze contractuele verhouding. Ofwel heeft men na verloop van tijd recht op een soms zelfs niet geringe uitkering van de verzekeraar, en dan zijn de verzekerde of begunstigde er wel bij gevaren. Om precies deze reden baseren de verzekeraars premie en omvang van het gedekte risico op basis van statistische berekeningen. Hoe groot is de kans dat een schadegeval zich voordoet, en tegen welke prijs wil men dit verzekeren.


4.
Vandaar dat alles begint met een aandachtige contractssluiting. Daarmee is de verzekerde in geval van niet dekking van een schadegeval soms zelf schatplichtig. In hoeverre immers had men zich inderdaad verzekerd ?


5.
We kunnen vandaag niet anders dan vaststellen dat bij de rechtsonderhorige dit mechanisme niet goed kent. Nochtans kende België al sinds 1992 De Wet op de Landverzekeringsovereenkomsten. Een wet van dwingende aard die al veel duidelijkheid schepte in de spelregels inzake verzekeringsovereenkomsten.


6.
Wat meer is, onze Belgische wetgeving is in 2014, met de wet van 4 april betreffende de Verzekeringen, nog meer gericht op de bescherming van de contracterende verzekeringnemer; alle instrumenten zijn voorhanden om de verzekerde duidelijk en transparant wegwijs te maken in het gegeven. Immers, ook België gaf gevolg aan een Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II).

Daarmee is ook voor bij het “ter perse gaan” van verzekeringsovereenkomsten voorzien in een extra set regels die zelfs al relevant zijn in de precontractuele fase. Daarmee volgt de verzekeringssector de bankensector, waar de belegger al eerder bescherming werd geboden onder, kortweg, het voorafgaand nagaan van diens beleggingsprofiel en de bewaking daarvan nadien.

Het komt er op neer dat van de verzekeraar nog meer wordt verwacht dat de nodige inspanningen worden geleverd opdat de verzekeraar met kennis van zaken contracteert.


7.
Wat de wetgever niet kan wijzigen, is natuurlijk de houding van de kandidaat verzekeringnemer zelf. We kunnen er vandaag niet omheen dat desondanks menige verzekeringspolis wordt onderschreven zonder en goede lezing er van. De laagste premie lijkt nog altijd het voornaamste gunningscriterium. Hieraan kunnen verzekeringsmaatschappijen noch de wetgever weinig veranderen. Hoogstens kan de verzekeringsmakelaar of – agent zijn cliënten sensibiliseren, maar ook zij worden geconfronteerd met onderschrijvers die veelal de moeite niet nemen om de uitgebreide polisvoorwaarden, pejoratief de kleine lettertjes genoemd, te lezen…