Blog

Themaweek schouwproblematiek 4

Themaweek schouwproblematiek 4

Nog even… en dan klimt Sint weer over onze daken… Hij doet dat voortaan blijkbaar zonder zijn hulpkrachten. Hopelijk schrikt de Heilige Man niet te zeer voor de toestand van de schouwen van vandaag…

Want.. hoor wat klopt daar niet tegenwoordig…
We kijken deze week of Sinterklaasje wel binnen kan in het appartementsgebouw …

Heibel om de afrekening …De individuele warmtemeters, hoe zit dat nu ?

Sinds 31 december 2016, los van situaties die onderhevig zijn aan overgangsbepalingen, moeten appartementsgebouwen en multifunctionele gebouwen met een centrale opwekker voor warmte, koeling of warm tapwater uitgerust zijn met individuele warmtemeters.

Deze regeling is onder meer het gevolg van een Europese Richtlijn, waarmee onze eigen overheden verplicht werden deze om te zetten naar lokale regelgeving.Dergelijke meters zullen dan het verbruik van elke eenheid afzonderlijk meten.

Het plaatsen van de individuele meters is steeds verplicht :
-bij nieuwbouw,
- ingrijpende energetische renovatie en
- de vervanging van bestaande meters.

Voor bestaande gebouwen geldt de verplichting ook :
- voor zover zij geen ingrijpende energetische renovatie ondergaan
- of waar geen vervanging van bestaande meters plaatsvindt (en ook hier gelden wat uitzonderingen).

De decreetgever schrijft voorts dat de beheerder van de centrale bron die verschillende gebouwen of verbruikers bedient is verantwoordelijk voor de plaatsing van de warmtemeters.Deze verplichting is wel degelijk van toepassing op appartementsgebouwen waar de energiefactuur voor verwarming, koeling of warmwatervoorziening verdeeld moet worden.De betrokken warmtemeters moeten voldoen aan een aantal voorziene technische eisen.(Koninklijk Besluit van 15 april 2016 betreffende meetinstrumenten).Een belangrijk gegeven is dat de meter geijkt moet zijn en daarvan een opdruk moet hebben. Zo moet ook een maximaal toelaatbare fout van de verbruiksmeter voldoen aan een nauwkeurigheidsklasse 2 voor thermische energiemeters, bepaald conform de regels, vermeld in het Koninklijk Besluit van 15 april 2016 betreffende meetinstrumenten.
Deze meters moeten zowel ter plaatse als op afstand afgelezen kunnen worden.

Het is noodzakelijk dat deze verbruiksmeters voor het warmte-, koelings- of warmwaterverbruik of warmtekostenverdelers nadat zij zijn geïnstalleerd, correct worden onderhouden en dat er minstens elke tien jaar geverifieerd wordt of voldaan is aan de technische specificaties van het product wat betreft de nauwkeurigheid van de meting.

In een overgangsbepaling was voorzien dat het plaatsen van individuele meters in de normale toepassingsgevallen niet nodig was :
- indien een gebouw voor 31 december 2018 ingrijpend energetisch zou worden gerenoveerd, ontmanteld of afgebroken
- of indien voor 31 december 2018 de verwarmingsinstallatie of de warmwaterleidingen grondig gerenoveerd zouden worden of vervangen.

Deze overgangsregeling dooft weldra uit.
En voor de betrokken gebouwen geldt intussen dat de verplichting voor het plaatsen van individuele warmtemeters zowel voor de nieuwe - als voor de vernieuwde installatie geldt.

Wat wel nog te nuanceren valt :
- Wanneer uiterlijk op 31 december 2016 reeds individuele verbruiksmeters voor het warmte-, koelings- of warmwaterverbruik geplaatst werden die voldoen aan de eisen vermeld in het KB van 13 juni 2006 of het KB van 15 april 2016 is het niet verplicht om nieuwe warmtemeters te plaatsen. In dat geval wordt alleen overgegaan tot vervanging indien de bestaande verbruiksmeters niet meer voldoen aan de nauwkeurigheidsklasse 3 bij de meting van huishoudelijk gebruik en de nauwkeurigheidsklasse 2 bij de meting van handelsgebruik en/of lichtindustriële gebruik. Het KB van 15 april 2016 betreffende meetinstrumenten trad in werking op 20 april 2016 en heft het KB van 13 juni 2006 op.
- De individuele verbruiksmeter voor het verwarmingsverbruik mag vervangen worden door de plaatsing van warmtekostenverdelers op radiatoren:

  • wanneer het warme water voor verwarming wordt aangevoerd op verschillende punten in het appartement of wordt afgevoerd op verschillende punten in het appartement;
  • wanneer door plaatsgebrek aanpassingen van de verwarmingsleidingen noodzakelijk zijn om de individuele verbruiksmeter te plaatsen;
  • wanneer op 31 december 2016 reeds warmtekostenverdelers geplaatst waren.

- De plaatsing van de individuele verbruiksmeter voor het koelingsverbruik is niet verplicht:

  • wanneer het koude water voor koeling wordt aangevoerd op verschillende punten in het appartement of wordt afgevoerd op verschillende punten in het appartement;
  • wanneer door plaatsgebrek aanpassingen van de koelleidingen noodzakelijk zijn om de individuele verbruiksmeter te plaatsen.

- De plaatsing van de individuele verbruiksmeter voor het warmwaterverbruik is niet verplicht:

  • wanneer het warm tapwater wordt aangevoerd op verschillende punten in het appartement;
  • wanneer door plaatsgebrek aanpassingen van de warmwaterleidingen noodzakelijk zijn om de individuele verbruiksmeter te plaatsen.
  • wanneer op 31 december 2016 reeds warmtekostenverdelers voor het verwarmingsverbruik geplaatst waren.

Meer vindt u terug in :

  • het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.8.1, inwerkingtreding 7 april 2014 en
  • het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft warmtemetingen is definitief goedgekeurd op 16 december 2016, werd gepubliceerd op 23 januari 2017 in het Belgisch Staatsblad en trad in werking op 2 februari 2017.