Blog

Het toepassingsgebied deel II. Uitbreiding van de bescherming van de Handelshuurwet.

Het toepassingsgebied deel II. Uitbreiding van de bescherming van de Handelshuurwet.

In de vorige reeks werd ingegaan op de algemene toepassingsvoorwaarden van de HHW. Wanneer deze voldaan zijn is de wet automatisch – dwingend – van toepassing, zonder dat dit kan worden uitgesloten.

Daarnaast is het ook mogelijk dat de bescherming die de handelshuurwet biedt, wordt uitgebreid naar andere huurovereenkomsten.

Art. 4 HHW:
De wettelijke huurtijd is toepasselijk :1° Op de huur van de voor bewoning bestemde lokalen die deel uitmaken van het geheel dat de handelsinrichting omvat, indien de verhuurder dezelfde is als die van deze inrichting;2° Op de huur van de tot de uitoefening van de handel nodige bijlokalen, zelfs ingeval de verhuurder niet dezelfde is, op voorwaarde dat, in dit laatste geval, van die handelsbestemming uitdrukkelijk melding is gemaakt in het huurcontract.Evenwel, indien de in de twee vorige paragrafen bedoelde lokalen in huur genomen worden in de loop van de huur der hoofdinrichting, kan de huurtijd ervan beperkt worden tot de nog te lopen termijn van de huur der hoofdinrichting.

2.1. Partijbeslissing

Wanneer een huurovereenkomst niet onder het toepassingsgebied van de HHW valt, omdat de voorwaarden niet voldaan zijn, kunnen partijen onderling beslissen om de wet tóch van toepassing te maken.

Hierbij is het uiteraard belangrijk dat de partijen dit doen via een uitdrukkelijke beschikking. Uit de overeenkomst moet m.a.w. zeker en ondubbelzinnig vermeld worden dat de HHW toegepast zal worden, dit kan nooit worden afgeleid uit andere bewoordingen of gedragingen.

Zo zal de HHW niet van toepassing zijn omwille van het enkele feit dat de huurovereenkomst vermeld dat er kleinhandel zal worden uitgeoefend in het pand.

Het is dus aan te raden steeds te voorzien in een specifieke bepaling in de huurovereenkomst om latere discussies te vermijden.

Daarnaast is het ook mogelijk voor de partijen om slechts bepaalde onderdelen van de HHW toe te passen op de huurovereenkomst die zij afsluiten.

2.2. Lokalen bestemd voor woonst en bijgebouwen

Lokalen bestemd voor woonst van de huurder/handelaar
De HHW bepaalt tevens dat de bescherming van de wet zich uitbreidt tot de lokalen die bestemd zijn tot de woonst van de huurder, op voorwaarde dat de verhuurder dezelfde is.

Bovendien is het van belang dat de handelsruimte in hetzelfde gebouw of geheel is gelegen als de ruimte die tot bewoning dient.

In dergelijke gevallen is de handelshuurwet eveneens van toepassing op het gedeelte voor bewoning.

Bijgebouwen die nodig zijn voor de uitoefening van de handel
De handelshuurwet is eveneens van toepassing op bijgebouwen die dienen tot de uitoefening van de handel, zelfs wanneer de verhuurder niet dezelfde zou zijn als de verhuurder van het handelspand.

Wanneer er echter sprake zou zijn van een andere verhuurder van het bijgebouw dan dient er uitdrukkelijk melding te worden gemaakt van de handelsbestemming van het bijlokaal in de huurovereenkomst. Zo niet kan er uiteraard geen sprake zijn van de toepassing van de handelshuurwet op bijgebouwen. Een verhuurder die geen weet heeft van een (andere) handelshuur dient vanzelfsprekend op de hoogte te worden gesteld van de bestemming waartoe de bijgebouwen zullen dienen. De toepassing van de HHW dient hier m.a.w. te worden aanvaard door de verhuurder.

Het is bovendien van belang dat het bijgebouw nodig is voor de uitoefening van de handel, en niet louter nuttig. Wanneer er geen duidelijkheid bestaat over de noodzakelijkheid van een bijkomend lokaal dient de vrederechter hierover te oordelen.

Besluit:


Wanneer een handelshuurovereenkomst wordt aangegaan is het voor alle betrokken partijen van belang om te weten wat de gevolgen hiervan zijn.

Eén van deze gevolgen is dat de bescherming van de strenge handelshuurwet zich in bepaalde gevallen uitbreidt naar bijkomende lokalen en appartementen.

Bij partijbeslissing mag men zelf kiezen voor de toepassing van de Handelshuurwet, à contrario kan men de toepassing er van niet uitsluiten in onderling overleg en voor zover de overeenkomst aan de toepassingsvoorwaarden voldoet. Desnoods herkwalificieert de rechter in dat geval …

Zie ook :
Hoorzitting over de conceptnota voor nieuwe regelgeving van Lorin Parys en Jos Lantmeeters betreffende de overdracht en modernisering van de Handelshuurwet en over de conceptnota voor nieuwe regelgeving van An Christiaens, Peter Van Rompuy, Robrecht Bothuyne, Sonja Claes, Koen Van den Heuvel en Katrien Schryvers over de handelshuur.
Externe sprekers:
Kristof Vanhove (Integra Advocaten), Dave Mertens (Advocatenkantoor Schoups en Universiteit Antwerpen), Astrid Clabots en Nicolas Carette (Equator Advocaten en Universiteit Antwerpen). Artikel

Voor verdere inlichtingen zijn wij graag ter beschikking