Rechtspraak

De Raad is niet bevoegd te oordelen over de feiten en de eisen van een goede ruimtelijke ordening

RvVB 29 januari 2024 zp 
 
“(…) 
De Raad is niet bevoegd te oordelen over de feiten en de eisen van een goede ruimtelijke ordening in de plaats van de vergunningverlenende overheid. De Raad heeft wel als taak om aan de hand van de concrete gegevens van de zaak na te gaan of de verwerende partij de feiten waarop haar beoordeling steunt, correct en zorgvuldig heeft vastgesteld en of ze op grond daarvan niet kennelijk onredelijk heeft geoordeeld en dus binnen de grenzen van haar appreciatiebevoegdheid is gebleven.
 
(…) 
 
Een verzoekende partij die de beoordeling van de inpasbaarheid van het te regulariseren project in het licht van de goede ruimtelijke ordening
betwist, moet  (…) aantonen dat de vergunningverlenende overheid de grenzen van haar appreciatiebevoegdheid heeft overschreden door hetzij foutief, hetzij onzorgvuldig of op kennelijk onredelijke wijze te oordelen dat het aangevraagde niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De verzoekende partijen slagen hier niet in.
 
(…) 
 
Het middel wordt verworpen.
 
31.01.2024 [CLaBOTS 1898]