Brussel 25 oktober 2016 zp
Koop – bedrog – bestemming onroerend goed – nietig
“(…) Het bedrog – bewijs. Bedrog bij de totstandkoming van de overeenkomst maakt een wilsgebrek uit dat tot nietigheid van de overeenkomst leidt. Bedrog houdt in dat een partij kunstgrepen of listen aanwendt om de andere partij te bewegen tot het sluiten van een overeenkomst die deze partij niet zou hebben gesloten indien zij kennis had van de werkelijke toedracht.
De rechter stelt het bestaan van het bedrieglijk opzet en van de kunstgrepen die tot het bedrog hebben geleid, in feite vast, alsook de invloed die deze kunstgrepen op het stellen van de rechtshandeling hebben gehad (vgl Cass. 10 november 2008, Arr. Cass. 2008, nr. 628).
Het met kennis van zaken te koop stellen van een onroerend goed als “bewoonbare ruimte” met verzwijging van de omstandigheid dat het onroerend goed niet als woonruimte is vergund om de andere partij tot het sluiten van de overeenkomst te bewegen, maakt bedrog uit.
Dit uiteraard tegen de achtergrond van de feitelijke gegevens in dit dossier : opgestelde basisakte doch niet conform de vergunde plans, omschrijving van het goed in de onderhandse koopovereenkomst, duidelijk voorafgaande kennis bij de verkopers van de stedenbouwkundige problematiek … (…)”
05.02.2024 [CLaBOTS 1895]